Via onze partner motornieuws.beAls je denkt aan cruisers, dan leg je automatisch de link met rustig kabbelen over langgerekte, Amerikaanse wegen, waarbij je comfortabel zit op een Harley-Davidson of Indian. Maar in Europa geven sommige motormerken een andere invulling aan ‘cruisers’. Ze noemen ze ‘muscle cruisers’, ‘power cruisers’ en zelfs ‘hyper cruisers’. De Ducati Diavel V4 en Triumph Rocket 3 zetten de standaard in een niche die te gek voor woorden is. Cruisen met pk’s op overschot. ’s Nachts, want dan mag er al eens wat meer.

Opvallende entrée

We spreken af in Antwerpen. Een havenstad, want daar mag al eens wat meer. De Diavel V4 en Rocket 3 komen niet bepaald onopgemerkt aan in het centrum van de stad. Een felrode, knap verlichte, met een verschroeiend dikke achterband uitgeruste Ducati, en een nog dikkere, grotere en ridicuul knap afgewerkte Triumph. Bij Amerikaanse cruisers is het eerste wat opvalt het geluid. Dat is bij deze twee patsers niet het geval. Ze klinken mooi en ieder uniek, maar het is niet té. Niet té aanwezig, niet té luid. Ze zijn nochtans van stevige blaffers voorzien. De Ducati doet beroep op wat een vierarmige raketlanceerder lijkt, de Triumph heeft een double barrel shotgun rechts en een jachtgeweer met enkele loop links. Dus niet het geluid valt als eerste op, maar wel het uiterlijk en de knappe details van deze twee beesten, zeker in het donker. Zoals het achterlicht van de Diavel V4. Dat kun je vergelijken met een gescheurde hotpants, waarbij het zichtbare vel de rode lichtjes zijn. Bijzonder origineel gevonden en knap uitgevoerd. Verhuizen we naar de voorkant, springen de grote luchthappers meteen in’t oog. Veel te groot voor hun functie, maar daarom net zo cool. Het is allemaal een feest voor het oog. Een topfeest in een discotheek, waar opvallen soms belangrijker is dan al het andere.

Van jeans naar maatpak

Stappen we over op de Triumph, dan verhuizen we van de disco naar een privéfeest in een afgehuurd, chique kasteel. Onderweg wisselen we onze jeans en hemd voor een maatpak. De Rocket 3, hier in GT-uitvoering, heeft namelijk even knappe details, maar ze zijn niet zo zichtbaar op het eerste gezicht. Zoals de voetsteunen voor de passagier die in twee platforms uitplooien en nagenoeg onzichtbaar verdwijnen als ze zijn ingeklapt. Of de klepjes en dopjes van de motorvloeistoffen die een designprijs op zich zouden moeten winnen. De Rocket 3 is een prachtige, cleane motorfiets. Dat komt niet alleen door zijn cardanaandrijving, maar ook door de kunst van de ontwerpers om alles tot in de puntjes af te werken. De uitlaatbochten, de plakaatjes met ‘Rocket 3 GT’ en ‘2500cc’, de ‘T’ (van Triumph) in de verlichting,… Porno voor de ogen. Nee, erotiek. Van die sensuele soort. Niet van dat platte gedoe.

Op zoek naar duisternis

We ontsnappen aan de felle straatverlichting van de Antwerpse binnenstad en zoeken de duisternis in het havengebied op. Dit zijn geen machines die gemaakt zijn om aan lage snelheid 20 keer hetzelfde rondje voorbij de drukste cafés te maken – hoewel je ze zo helaas wel het meest zult zien – maar motoren waarmee op tempo gereden moet worden. Aan een serieus tempo. De Ducati strooit er 168 pk en 126 Nm uit. Ruim voldoende, denkt iedere gezonde motorrijder dan, maar de Triumph doet het met – en nu wordt het écht grappig – 167 pk en… 221 Nm. Bovendien wordt dat maximale koppel van de Rocket 3 al bereikt bij amper 4.000 tpm, terwijl de V4 in de Diavel moet doortrekken tot 7.500 tpm om daar zijn maximale trekkracht te bereiken. Deze twee motoren zijn een ideaal voorbeeld van waarom koppel bij (dagelijks) rijden op de openbare weg zoveel belangrijker is dan paardenkracht. Zij het dan in extreme vorm. Komende van de Ducati denk je “veel sneller dan dit moet het niet”. En dan stap je op de atoombom van Triumph.

Lees het volledige artikel gratis verder op motornieuws.be