Acrobatie meets motorsport. Dat is trial in een notendop. De sport zag zijn ontstaan in Schotland rond het jaar 1910, en blijft tot op heden een van de meest verbijsterende motorsportdisciplines die er zijn. Emile Mattheeuws uit Brugge is nog maar 24 lentes jong, maar mag zich nu al drievoudig Belgisch kampioen van deze sport laten noemen. Dat vraagt om meer tekst en uitleg!

MSVL: Vertel eens: hoe ben je in aanraking gekomen met trial?
EMILE MATTHEEUWS: “Misschien niet verwonderlijk maar: het zat in de familie. Mijn vader was trialist op recreatief niveau. Hem bezig zien zorgde ervoor dat ik de kriebels kreeg om het zelf te proberen. Zo ben ik op mijn twaalf ben ik begonnen: eerst met een fiets, en nadien met de motor. Het heeft zelfs toch even geduurd voor ik naar de motor overstapte.”

MSVL: Wat is volgens jou de aantrekkingskracht van deze sport?
MATTHEEUWS: “Het is erg fijn om de motor volledig onder controle te kunnen hebben. Trial is een erg complete sport met een mooie combinatie van kracht, uithouding en evenwicht. Je hebt bij wijze van spreken elke spier in je lichaam nodig om de motor van 75 kg over de obstakels te leiden. Omdat een wedstrijd tot zes uur kan duren, moet je die explosiviteit ook kunnen doseren.”
>> “Mensen laten zich soms afschrikken door de term motorsport, maar dat is alleszins voor trial echt niet nodig. Het gaat bij ons absoluut niet om snelheid of adrenaline, maar om lichaamsbeheersing. Dankzij deze sport kon ik steeds goed mee met bijvoorbeeld de typische schoolsporten: turnen omwille van de behendigheid en stabiliteit, balsporten omwille van de reactiesnelheid en lichaamskracht, inzicht in obstakels tijdens het fietsen, ā€¦ Je wordt er echt een polyvalent sporter van.”

MSVL: Dat je trial onder de knie hebt, bewijs je door drie keer op een rij Belgisch kampioen te worden. Voelt het die derde keer hetzelfde als de eerste?
MATTHEEUWS: “Goede vraagā€¦ Het voelt niet hetzelfde, maar ik hecht er wel even veel waarde aan. De eerste keer is natuurlijk het meset speciaals, en de tweede en derde keer voelt als een bevestiging daarvan. Iedere titel is een apart gevoel, maar voor mij wel even belangrijk.

MSVL: Was het je ambitie om Belgisch kampioen te worden toen je begon?
MATTHEEUWS: “Wel, toen ik uiteindelijk van de fiets overstapte op de motor, had ik als jonge kerel wel stoute dromen. Ik wilde wel de beste worden. In het competitieverband zag ik de toenmalige Belgisch kampioen ook regelmatig aan het werk. Daar stond ik dan met open mond naar te kijken. Hoewel dat toen eerder ondenkbaar leek, wilde ik natuurlijk wel kunnen wat hij deed. En kijk, dat is gelukt!”
Ā >> “Ik hoop natuurlijk deze titel verder te verdedigen volgend jaar. Verder wil zeker ook opnieuw meedoen in het WK. Daar heb ik geen verwachtingen en wil ik het gewoon op me laten afkomen. In het EK, daarentegen, mik ik echter wel op een top-vijf. Ik ben momenteel de enige Belg die internationaal meestrijdt, dus ik heb een hele eer hoog te houden (lacht).”

MSVL: Kan je ons in een notendop vertellen hoe een wedstrijd trial verloopt?
MATTHEEUWS: “Een wedstrijd bestaat uit een parcours met een variĆ«rend aantal zones, die telkens een afgebakend start- en eindpunt hebben. Elke zone bestaat uit een tiental obstakels die je moet proberen af te leggen zonder je voeten aan de grond te zetten. Daarbij moet je de obstakels rijden die in jouw categorie passen ā€“ aangeduid met een bepaalde kleur. Bij mij gaat het om de hoogste categorie in BelgiĆ«, en die is steeds aangeduid in het geel. Wedstrijdcontroleurs langs de kant van het parcours observeren eventuele voetfouten en of je wel de juiste categorie rijdt. Je hebt twee minuten de tijd om een zone te rijden, en nadien rijd je een interzone naar de volgende zone.”

“Wanneer je alle zones hebt doorlopen, heb je Ć©Ć©n ronde afgelegd. Afhankelijk van de wedstrijd, rijd je drie Ć  vier rondes. En op dat alles, staat een totale tijdslimiet van een zestal uur ā€“ ook weer wedstrijdafhankelijk. Doe je er langer over dan de vooraf vastgelegde totaaltijd, dan krijg je ook een strafpunt per minuut je er langer over doet. Maar voor de rest is het geen tijdsrace waarbij je om ter snelst door de rondes moet vliegen. De eindtijd is enkel van belang wanneer je op het einde van de rit exact evenveel strafpunten hebt verzameld als een tegenstander. De rijder die de totale wedstrijd aflegde in minder tijd, eindigt dan bovenaan. Dat is een beetje het globale plaatje. Al is er veel variatie mogelijk per wedstrijd. Vier rondes van zeven zones, twee rondes van vijftien zones, het is allemaal mogelijk.”

MSVL: Heb je een team nodig om deze sport te beoefenen?
MATTHEEUWS: “Dat valt eigenlijk wel mee. Ik ben fabrieksrijder voor het Spaanse merk Vertigo ā€“ een relatief jong merk dat enkel trialmotoren fabriceert. Zij ondersteunen met materiaal. Verder heb je tijdens de wedstrijden steeds een assistent, een ā€œminderā€ zoals dat heet in de sport, die bij de moeilijkste obstakels paraat staat om, mocht er iets gebeuren, de motor tegen te houden. In mijn geval is dat mijn vader. Maar verder: het is niet de grootste of populairste motorsport, dus de media-aandacht en bijgevolg ook de budgetten zijn niet enorm. Mijn vader en ik onderhouden de motor zelf en ik ga zelf op zoek naar sponsors om de verplaatsingen te bekostigen. Omdat ik toch best veel sponsors weet te strikken, triallessen geef en af en toe rijd voor spektakelshows, wil ik het wel niet enkel als een hobby beschouwen. In de momenten dat ik niet met de sport bezig ben, klus ik bij in de bouwsector. Maar voor de rest focus ik me op trial.”

MSVL: Zou je het een toegankelijke sport kunnen noemen?
MATTHEEUWS: “Budgettair is het geloof ik de goedkoopste motorsport. In aankoop is een tweedehands trialmotor goed te doen, en je doet er ook lang mee voordat je een upgrade nodig hebt. Ook qua verbruik: met vijf liter benzine train ik probleemloos een hele dag. Natuurlijk heb je wel de ruimte nodig om te kunnen oefenen. In BelgiĆ« zijn er wel trainingsvelden, bijvoorbeeld bij mij in de buurt in Lichtervelde of de iets uitdagendere gronden van Bilstain in Luik. Maar om degelijk te trainen op mijn niveau, is het zaak om naar het buitenland te trekken ā€“ en in mijn geval is dat Spanje. Niet alleen omdat daar Vertigo zit, maar ook zijn er de meeste trainginsfaciliteiten. Bovendien kent de sport daar ook veruit de grootste aanhang en rijderscommunity.”
Ā >> “Het zou echter wel fijn zijn mochten er betere trainingsvelden komen dichter in de buurt. Het niveau op de EK- en WK-wedstrijden is beduidend hoger, met obstakels die soms volledig nieuw zijn. Daar kan ik simpelweg niet voor trainen bij ons in de buurt. Je moet ook weten: voor elke wedstrijd, ook in eigen land, krijg je de tijd om een parcours te verkennen, maar enkel te voet. Je kan dus wel inschatten welk spoor je kan rijden bij alle obstakels, maar de eerste keer dat je de obstakels met de motor neemt, is het meteen voor punten.”

MSVL: Stel dat een van onze lezers denkt: trial, dat wil ik wel eens proberen! Hoe gaat hij of zij te werk?
MATTHEEUWS: Wel, ik geef zelf lessen, dus dat is al dat. Men mag gerust met mij contact opnemen om de mogelijkheden te bespreken. Daarbij heb je ook de mogelijkheid om een trialmotor te huren. Gegarandeerd een leuke dag, waar je ook als dagelijkse motorrijder veel van bijleert!Ā 

MSVL: Dat geloven we graag! Emile, bedankt voor je tijd en veel succes met wat de toekomst brengt.

Volg Emile via zijn website, Facebook of Instagram. Heb je interesse in een trialles van deze Belgisch kampioen? Neem dan contact op via e-mail.