
01 โ Reinigen
Vooraleer je elementen begint te (de)monteren – zie volgende stappen -, zorg je ervoor dat de motor vrij is van stof of vuil. Reinig de motor , zadel en tank met en neem de remdelen onder handen met remreiniger.
02 โ Batterij
Als de accu niet aan de druppellader hing, doe je er best aan deze nu eerst op te laden. De accu die binnenshuis heeft overwinterd, kan je nu loskoppelen van de druppellader. Na montage van de accu sluit je eerst de plus- en vervolgens de minkabel aan. Daarna voorzie je de polen van een beetje accupoolvet.ย Heb je een standaard lood-zuuraccu, dan controleer je het vulpeil en vul je eventueel gedemineraliseerd water bij. Bij onderhoudsvrije accu’s is dit natuurlijk niet nodig. Meer informatie vind je in de sleuteltip Accu.
03 โ Controleer de elektronica
Claxon en lichtย (groot licht, dim-, rem- en achterlicht, kentekenplaatverlichting, indicatielampjes, knipperlichten): alles moet feilloos werken vooraleer je het asfalt opzoekt.
04 โ Profieldikte banden
Controleer de banden op tekenen van ouderdom, scheurtjes of onregelmatige/hoekige slijtages. Ga het bandprofiel na met een profielmeter: 1,6โmm is de absolute slijtagegrens. Geen sporen van slijtage, maar is je band op leeftijd? Na vijf jaar doe je er best aan een specialist in te schakelen die je kan vertellen of je banden nog een seizoen meekunnen. Na tien jaar dezelfde band te gebruiken, vervang je deze best per definitie.
Tip bovenop de tip: je kan je de fabricagedatum van je rubber terugvinden op de band. Als daar bijvoorbeeld “2020” op staat, is de band in de 20e kalenderweek van het jaar 2020 gefabriceerd.
05 โ Controleer de remvloeistof
Om de twee jaar moet de remvloeistof worden vervangen, want zelfs in een gesloten systeem neemt deze in de loop der tijd water op. Daardoor is een veilig remdrukpunt niet langer gegarandeerd. Meer informatie vind je in de sleuteltip Basiskennis over remvloeistof.
Ook de remblokken moeten aan het begin van het seizoen nog ruim verwijderd zijn van de slijtagegrens. Meer daarover vind je bij onze sleuteltip over het onderwerp Remblokken.

06 โ Vorkpoten
Controleer of de vorkkeerringen nog goed afsluiten. Als er olie lekt, moeten de keerringen worden vervangen. Daarbij wordt meteen ook de vorkolie vervangen. De start van het seizoen is hiervoor een goed moment.
07 โ Bougies
Bougies dienen om de 10.000 km en papieren luchtfilters om de 10.000-18.000 km te worden vervangen (zie ook de onderhoudsgegevens van de voertuigfabrikant). Ook bougiestekkers verouderen en kunnen dan een bron van storingen worden. Deze preventief vervangen voorkomt pech onderweg.
08 โ Hendels & scharnierpunten smeren
Controleer nog een keer of er gedurende de winter niet hier of daar ongerechtigheden zijn ontstaan die je grondig moet verwijderen. Als je het vรณรณr de winterstilstand bent vergeten, smeer je nu de hendels en alle scharnieren zorgvuldig.
09 โ Roest
Roestplekken op metaal verwijder je met schuurpapier of een staalborstel, waarna je de plek kan behandelen met roestbescherming en desgewenst opnieuw lakken in de kleur van het voertuig gelakt, bijvoorbeeld met aanstip- of spuitlak. Roest op chroomonderdelen verwijder je met chroompolish. Tante Kaat raadt als alternatief aluminiumfolie aan als schuurpapier in combinatie met cola.
10 โ Olie verversen
Als de olie en het filter in de herfst niet zijn vervangen, kan je dat helaas nu รฉcht niet langer meer uitstellen. Zie ook de Louis sleuteltip over Olie verversen. En zoals altijd: controleer het oliepeil.

11 โ Eindaandrijving
Tijd nu om de eindaandrijving te gaan nakijken:
a) KETTING: deze moet je reinigen en invetten. Nadien controleer je ook de spanning. Span de ketting eventueel volgens de specificaties van de fabrikant aan. Zie voor meer informatie de sleuteltip Kettingonderhoud.
b) RIEM: bij motoren met een riemaandrijving moet je ervoor zorgen dat de riem proper is en er zich geen zand of kleine steentjes in de riem hebben verzameld. Met een zachte borstel en riemverzorging kun je deze schoonmaken. Controleer de spanning van de riem volgens de specificaties van de fabrikant en stel deze eventueel bij.
c) CARDAN: bij voertuigen met cardan controleer je het oliepeil. Vul eventueel de juiste cardanolie bij.
12 โ Uitlaatsysteem
Ga na of het uitlaatsysteem en de ophangbeugels nog goed vastzitten en afdichten. Lekkages aan koppelingen kunnen schade aan de katalysator en geluiddemper veroorzaken.
13 โ Ophanging
Controleer of de voorvork en achterdemper goed in- en uitveren, dempen en niet naschommelen. Ga ook na of je nergens een smeerlaag ziet, want dat kan wijzen op een lek.
14 โ Gas- en koppelingskabel
Om de speling van de gas- en koppelingskabels te controleren, beweeg je het stuur langzaam helemaal naar links en naar rechts. In iedere stand van het stuur moet er nog speling zijn in de gas- en koppelingshendels.
15 โ Bevestigingsschroeven nakijken
Controleer of alle bevestigingsschroeven stevig vastzitten en haal ze eventueel aan met het juiste aanhaalmoment. Zie voor meer informatie de sleuteltip Basiskennis over schroeven.
16 โ Koelvloeistof
Bij motoren met waterkoeling moet het vloeistofpeil in het overloopreservoir worden gecontroleerd. Controleer ook of er koelvloeistof naar buiten treed bij slangen of de radiateur.
17 โ Lekkages
Ook het brandstofreservoir, de benzinekraan en brandstofslangen en carburateurs of het inspuitsysteem mogen nergens lekkage vertonen.
18 โ Sloten
Alle met sleutel bediende elementen zoals het contact-, tank-, stuur- en zadelslot en ook eventuele accessoiresloten moeten op hun goede werking worden gecontroleerd. Met slotspray kan je sloten smeren en een optimale werking garanderen.
19 โ Bandenspanning
Controleer de luchtdruk in de banden en breng deze op het niveau dat de fabrikant aanbeveelt.
20 โ Carburator
Heb je de vlotterkamers vรณรณr de winter niet geleegd, dan is er een risico dat er vuil is aangekoekt in de verstuivers. Om dat op te lossen, kunt je een carburateurreinigingsadditief toevoegen aan de benzine. Bij hardnekkig vuil blijft er niets anders over dan demontage en grondige reiniging van de carburateur met carburateurreiniger, anders blijft je motor mogelijk slecht starten of onregelmatig draaien. Zieย ook de sleuteltip Carburateurs.
21 โ Proefrit
Nu ben je helemaal klaar voor een veilige start van het nieuwe motorseizoen. Als de motor nog niet meteen aanslaat, doet een beetje starthulpspray in het aanzuigtraject wonderen. Daarmee wordt een beter mengsel voor ontsteking verkregen.
En denk eraan: na de winterrust moeten je reflexen ook eerst weer wennen aan het motorrijden. Doe bij voorkeur eerst een beetje rustig aan en rij defensief โ veiligheid staat voorop! Gun je motor bij de eerste rit liefst ook een wat langere opwarmtijd (15-20 km), want na het lange stilstaan heeft zich in de motor condenswater gevormd dat eerst moet verdampen.

MEER TIPS
Op zoek naar meer tips & tricks voor elke motorrijder? Check dan zeker al onze MSVL TIPS!