Voor de meeste motorrijders geldt; met de winter in het land, gaat de motor in het garagepand. En dat is prima te begrijpen, want zoutaanslag en gladde wegen worden liever vermeden. Maar er zijn ook opties om tijdens de winter je motorskills op pijl te houden. In het Edirt Park in Mechelen kun je zelfs nieuwe technieken leren, en als het een beetje meezit kom je zelfs van de grond!

Tekst & foto’s met dank aan onze partner www.motornieuws.be

Wist je dat je via Motorsport Vlaanderen eenvoudig verzekerd bent tijdens de sessies in het Edirt park? Klik op de knop hieronder om een verzekering af te sluiten.

Vaarwel winterblues

Spoiler alert: het Edirt Park is een absolute aanrader. Maar we starten bij het begin, want wat doe je op een druilerige, ijskoude winterdag als je net naar je motor in de garage gekeken hebt en de zin er weer is? Iedere motorrijder kent dat moment wel. Een optie is om naar het Edirt Park in Mechelen te rijden. In een grote loods heeft het team achter Edirt Park daar een offroadparcours in elkaar geknutseld, met een brug, sprongen en bochten met banking. Een soort motorcross-circuit, maar dan in het klein. Ondanks het vele aangestampte zand, ligt de piste er verzorgd bij, met voldoende verlichting en een leuke ruimte om iets te drinken of klein te eten. Die ruimte ligt hoger dan het circuit en heeft een terras van waarop je een compleet overzicht hebt op de baan. Op het moment dat wij de reportage gaan maken, is er een kinderkamp bezig. We nemen plaats op het terras en observeren goed hoe beginners hun eerste gemotoriseerde meters maken, en de gevorderden al vlot over de jumps springen. Het ziet er in ieder geval toegankelijk uit en vooral als dikke fun.

Motor of mountainbike?

Net als bij karting betaal je voor sessies van 10 minuten. Dat lijkt niet lang, maar zoals later blijkt, sta je dan volledig in het zweet. De prijs voor één sessie kost 22 euro. Een tweede en eventuele derde rit krijg je aan een goedkoper tarief, met twee sessies aan 39,5 euro en drie aan 54 euro. Vergelijk je het met een dagje ‘écht’ motorrijden, kost het je wellicht even veel aan benzine, eten, drank,… Dus het is allemaal maar hoe je het bekijkt. We staan te popelen om eraan te beginnen, maar vooraleer we het zand opzoeken moeten we eerst nog beschermende kledij aandoen (inbegrepen in de prijs). Dat is niet alleen fysiek veilig voor je lichaam, maar geeft je ook een mentale veiligheidsboost waardoor je net wat meer durft. De machines waarop gereden wordt zijn Sur-Ron e-bikes. Elektrische tweewielers die een mix zijn van een mountainbike en een crossmotor, en die 45 km/u halen. Die topsnelheid is puur voor in het achterhoofd, want op het parcours kom je daar niet aan. Met een gewicht van 47 kg voelen ze meer aan als een fiets dan als een motorfiets. Maar vergis je niet, want de elektromotor levert 39 Nm koppel. Verder is nog interessant dat de opbouw helemaal zoals die van een motor is, met een aluminium frame, dubbele schokdempers voor- en een monoshock achteraan. De wielen meten 19 inch en zijn uitgerust met schijfremmen en gravelbanden. Het besturen van de Sur-Rons behoeft weinig uitleg. Je hebt een gashendel en een voor- en achterrem. Dat is het. De rijmodus is instelbaar, maar die knop zit onder het comfortabele zadel verwerkt om afleiding te voorkomen.

Alle begin is moeilijk

Vol goede moed starten we aan onze sessie, om na exact twee bochten al in het decor te hangen. De bochten met banking ben ik nog niet gewoon, waardoor ik te weinig inleunde en rechtdoor ‘op’ de bocht terechtkwam. M’n collega giert het uit van het lachen. Hoorbaar, want het zijn elektrische motoren. Extra pijnlijk. Ik zet de achtervolging in en klamp bij hem aan op enkele meters afstand. We zijn allebei nog duidelijk aan het zoeken. Als de eerste ronde bijna voorbij is, krijgen we de keuze tussen de makkelijke of de moeilijke weg. Stoer als we zijn kiezen we de… makkelijke weg. Er eerst nog wat wennen. Die gewenning gebeurt bijzonder snel, zodat we tijdens de tweede ronde al van de grond komen op de jumps. Enkel met het voorwiel, oké, maar het vertrouwen groeit. De makkelijke weg laten we ook links liggen, hoewel die op het parcours rechts ligt, en we gaan meteen voor de moeilijke. Daarop krijg je een technische sprong- en bochtencombinatie, gevolgd door een zeer steile klim en afdaling over de houten brug. Die lijkt wat angstaanjagend als je er de eerste keer over rijdt, maar is goed te nemen als je er wat durf tegenaan gooit. Na de brug vervolgt de moeilijke route weer het normale traject. Ronde 3!

Drijfnat van het zweet

Jelle en ik beginnen beter en beter te snappen hoe we moeten rijden en hoe het parcours is opgebouwd. Dus we beginnen wat te spelen. Een beetje later remmen hier, wat sneller door de bocht daar, wat hoger van de grond op de jumps,… Maar we zitten nog niet helemaal in de flow. De rest van de eerste sessie leven we ons lekker uit en wisselen regelmatig van positie. Na 10 minuten worden we afgevlagd en merken we pas hoezeer we in het zweet staan. Onze T-shirts zijn drijfnat, ondanks dat het niet heel warm is in de loods. Je bent je dan ook continu hard aan het concentreren en voert bewegingen uit die je niet normaal bent om iedere dag te doen. Het fysieke aspect is zeker niet te onderschatten, en maakt het uiteraard alleen maar leuker.

Motorrijbewijs niet nodig

We verdampen wat zweet, terwijl we nieuwe vloeistof naar binnen gieten. Jelle is al even enthousiast als mij. We praten na over iedere bocht, waar het hoogst gesprongen kan worden en waar we wat sneller willen zijn. Voor fotograaf Bert, die zelf geen motorrijder is, begint het ook te kriebelen. Dat is ook het mooie aan het Edirt Park, want je moet geen motorrijbewijs hebben om er te mogen rijden. Dus je niet-motorrijdende vrienden verleiden met “zeg, jij bent toch zo’n goede mountainbiker?”, kan al helpen om wat extra volk mee te krijgen.

Lichaam in de strijd

We zijn nog niet opgedroogd, maar de spieren zijn nog warm, dus tijd voor sessie 2. Al meteen van de eerste ronde vliegen Jelle en ik erin alsof we hier al tientallen keren geweest zijn. Het tempo ligt nu duidelijk hoger en de durf-factor is ook met een aantal procenten gestegen. De bochten met banking verlopen sneller, de kleine jumps worden met twee wielen van de grond zwevend genomen. Geweldig! Nu die grote jump met plateau nog zien te overbruggen. Ronde na ronde pushen we harder, braaf in elkaars spoor blijvend, en proberen we de laatste bocht voor die grote jump zo goed en snel mogelijk uit te accelereren. Deze keer gaat het lukken! Jammer, net niet. Veel harder kunnen we niet meer aankomen aan de jump, dus moeten we ons lichaam mee in de strijd gooien. Bij de volgende doorkomst proberen we zo veel mogelijk mee te bewegen om dus zo ver en zo hoog mogelijk te springen. Het werkt! Nog een aantal keer oefenen en we kunnen de sprong in één grote, vloeiende beweging nemen. De klok tikt echter, waardoor we nog maar twee ronden kunnen rijden alvorens onze tweede en ook laatste sessie erop zit.

Alles of niets

Maar ik maak een kleine fout en verlies snelheid voor de jump. Jelle zijn linkerhand gaat voor me de lucht in. “Gelukt!”, schreeuwt hij het uit. Ik zie zijn blijdschap bijna door zijn helm. Nu ik nog. Kom op, dit moet lukken. De laatste ronde. Alles of niets. Ik heb een perfecte aanloop voor de jump, beweeg mee op de beste manier die ik fysiek aankan en… land boterzacht op de plek waar het hoort. Yes! Extase. Wat een fantastisch gevoel. Het stelt allemaal niets voor, maar de voldoening is zo enorm groot. Alsof je net het beste nieuws ter wereld wordt meegedeeld. In de pitstraat geven Jelle en ik elkaar een high five en roepen het uit van enthousiasme. Nooit gedacht aan het begin van de dag dat we hier zo vurig zouden staan.

Conclusie

Je leest het dikwijls op websites van plaatsen waar je een actiesport kunt uitoefenen: “Ben je op zoek naar ware sensaties en wil je de adrenaline door je lijf voelen gieren? Boek dan nu bij…” In de meeste gevallen word je dan warm gemaakt voor een lauw hapje, waardoor je teleurgesteld weer naar huis keert. In het geval van het Edirt Park wordt aan alle verwachtingen voldaan. Het is toegankelijk voor iedereen, dus ook niet-motorrijders, je staat ervan in het zweet, je verlegt je grenzen op een veilige manier en je krijgt er een enorme kick van. Nu maar hopen dat je er niet verslaafd aan geraakt, want dan moet je weer thuiskomen met de woorden: “Euh poppie, ik heb een nieuwe hobby…”

Met dank aan motornieuws.be