Via onze partner motornieuws.beLag de Supersport-klasse een paar jaar terug nog op apegapen, is er heden sprake van een wederopstanding. Honda is de laatste om de categorie met de CBR600RR wat extra leven in te blazen. Maar waar supersports zich ooit beperkten tot 600cc vierpitters, lijkt het intussen eerder samen te vatten als een zootje ongeregeld. Wij mochten op Spa-Francorchamps orde op zaken stellen.

Traditionele Honda

Honda houdt, net als Yamaha met z’n R6, nog star vast aan het traditionele gegeven van de 600cc vierpitter. In 2021 bracht Honda nog een update van de CBR600RR. Die boogde nog steeds zwaar op het model van 2003 en was gereserveerd voor de Aziatische markt. Daar bleek de vraag groot genoeg om een Euro5+-versie te ontwikkelen voorzien van moderne elektronica en in 2024 ook weer in het Europese netwerk neer te zetten. Driewerf hoera. De styling wijkt met lichtjes dichtgeknepen ogen nauwelijks af van de recente Fireblade. Honda claimt daarmee de beste aerodynamica van z’n klasse, maar zoals eerder aangegeven, zouden we niet meer weten waar die klasse begint en stopt.

636

Neem nu de Kawasaki Ninja ZX-6R. Ook die keert terug naar Europa, na in Azië nooit helemaal weg geweest te zijn. In 2020 werd de Ninja, nog steeds stevig geënt op het 2009-model, wegens milieunormen uitgerangeerd. Voor de Euro5 +-norm dient de ZX-6R slechts één pk toe te geven door het gebruik van nieuwe nokkenassen en aanpassingen aan de cilinderkop. Met een 124 (129 met Ram-Air)  pk doet de Kawa 5 à 10 pk beter dan de Honda. Een belangrijke ‘maar’ is dat de Kawasaki als sinds jaar en dag met 636cc-blok in het vooronder zit en daarmee dus afwijkt van de ongeschreven supersport-regels die de groenen in 1985 zelf hebben geschreven met de GPZ600R. Uiteraard beschikt de Kawasaki ook over meer koppel (69Nm tegen 63 Nm), maar de Honda geeft rijklaar 5 kilo minder op als rijklaargewicht.

Slag om de arm

Verder ontlopen ze elkaar niet echt. De voorvork is dezelfde, volledig instelbare, 41mm Showa BPF. Net als de Honda krijgt de Kawasaki een tft-dashboard, maar ontbeert ride-by-wire.  En daarmee dus ook de laatste generaties van elektronische hulpmiddelen die de Honda wel heeft, inclusief instelbaar vermogen, tractiecontrole en motorrem. Het geeft aan dat Kawasaki nog steeds een slag om de arm houdt wat hun supersport betreft, en dus de vingers op de knip houdt. Met een prijskaartje van €11.799,-  (€12.049,- in 40th Anniversary Edition) krijg je nog steeds veel waar voor je geld, al dient wel gezegd dat de Honda mét een moderner elektronicapakket slechts €100,- meer moet kosten. Ook daar weinig verschil dus.

Wie is het?

En dan de QJMotor SRK 800 RR. Die gooit de regels helemaal overboord en gebruikt doodleuk een 778cc vier-in-lijn. Het merk laat z’n ambities merken door aan te treden in het WK Supersport, waar het wel helemaal achteraan bengelt, maar goed. De SRK 800 RR komt ook al laatste aan in de paddock van Spa-Francorchamps, waar we deze ‘nouveau’ supersports tegen elkaar zetten. Al is het opvallend genoeg de Chinees die veruit het meeste aandacht geniet van al wie langs komt stappen. Het is kostelijk om te zien hoe velen proberen achterhalen welke motor of model dit is. De nieuwe Ducati Panigale? Of een BMW S1000RR?  Als we de badge dus even vergeten, kunnen we proefondervindelijk stellen dat de Chinese supersport er gewoon goed uitziet. Net als z’n prijskaartje van 9.299 euro. Los van mogelijke herverkoopwaarde is dat bijzonder scherp, zeker als je ook namen als Marzocchi (volledig instelbare veren voor en achter), Brembo en Bosch (injectie) afleest.

Lees het volledige artikel gratis verder op motornieuws.be