De MXGP van Vlaanderen werd verreden onder een stevige hitte die het parcours van Lommel fysiek nog zwaarder maakte. In de MXGP behaalde Jeffrey Herlings de zege, terwijl in de MX2 Belgisch succes uitbleef en WK-leider Kay de Wolf feestvierde.

 In de MXGP-klasse werd het zoals verwacht een strijd tussen regerend wereldkampioen Jorge Prado van Red Bull GASGAS Factory Racing en recordwinnaar Jeffrey Herlings van Red Bull KTM Factory Racing.  Herlings toonde z’n haast buitenaartds talent om door het zand te ploegen door beide manches te winnen en zo z’n achterstand in het WK te verkleinen. De Nederlander telt nu nog 14 punten achterstand op Prado, die twee keer als tweede finishte, en 38 punten op WK-leider Gasjer op Honda. Beste Belg werd Brent van Doninck met een achtste plaats. Er werd rijkhalzend uitgekeken naar de terugkeer van Jago Geerst, maar diens blessures bleken nog niet genoeg geheeld, waardoor hij niet aan de start kwam van de manches.

 

In de MX2 konden we wel hopen op een Belgische zege, maar het was WK-leider Kay de Wolf die zijn zesde GP-zege van het seizoen boekte op z’n Nestaan Husqvarna opeiste en zijn voorsprong in het wereldkampioenschap op zijn teamgenoot Lucas Coenen vergrootte. In een bewogen eerste manche wist de Wolf te winnen ondanks een valpartij, mede omdat ook Liam Everts crashte en Lucas Coenen zelf twee keer in het zand beet. De Wolf won zodoende voor landgenoot Elzinga (Yamaha) en de verrassende Zuid-Afrikaan Mc Lellan (Triumph), met Lucas Coenen die nog sterk rmeonteerde naar de vijfde plaats voor Everts.

 

In de tweede reeks nam de Wolf de leiding over van holshot-winnaar Sacha Coenen, maar kwam oopnieuw ten val. Op dat moment was ook Lucas Coenen reeds gevallen, met een pitstop voor een nieuwe bril tot gevolg. Zo wist Simon Laengenfelder Kay de Wolf voor te blijven, nadat de Nederlander Liam Everts naar de derde plaats verwees. Lucas Coenen remonteerde nog naar de achtste plaats, twee plaatsen achter z’n broer Sasha.

 

In de WK-stand kent de Wolf nu al 65 punten voorsprong op Lucas Coenen.